Elze Jan Staal:
' Liever achteruit naar het Noorden,
dan vooruit naar het Zuiden! '
Elze Jan Staal (60) uit Onstwedde rijdt al sinds 1998 voor NVO. En dat bevalt goed: “als ik een week voor NVO rijd, dan is die week zo voorbij! Je maakt veel uren en je weet waar je aan toe bent.” Elze Jan rijdt in loondienst bij Braay transport uit Velsen-Noord.
Het behalen van rijbewijzen ging Elze Jan goed af. Van motor en auto tot touringcar en door naar chauffeursdiploma. Daarna zocht hij het hoger op: naar Eelde voor een vliegbrevet. Al gauw kwam hij erachter dat je verplicht een behoorlijk aantal vlieguren per jaar moet maken wil je deze behouden. “Dat kost een hoop geld. Dus laat maar zitten. Op de vrachtwagen kom je ook overal. Het is net een schoolreisje!”
En dan gaan de ritjes voor Elze Jan het liefst naar het Noorden (Scandinavië). Minder files en de mentaliteit is er volgens hem beter. In Frankrijk kan het bijvoorbeeld best zijn dat ze in de middag twee uur lang pauze nemen. Dan sta je daar voor de poort te wachten. “Liever achteruit naar het Noorden, dan vooruit naar het Zuiden! Prachtige natuur. En dan bedoel ik niet alleen de dieren. Ik ben ook eens wezen lossen op het schiereiland Ekerö bij Stockholm, daar woont Agnetha van Abba! Leuk toch?”
Elze Jan probeert ook altijd wel even een praatje te maken met de lokale bevolking. Als je goed bent voor de mensen, dan word je ook goed behandeld. Af en toe moet hij daarom verplicht mee-eten bij een klant, of krijgt hij een rondleiding aangeboden. “Dan bel ik voor de zekerheid even met NVO, en die zeggen dan: hartstikke leuk! Moet je doen!”
Heeft Elze Jan nog tips voor mensen die overwegen om chauffeur te worden? “Ja. Gewoon doen! Het is lekker vrij werk en dankzij de vele overuren zijn de verdiensten ook leuk. De negatieve kant is dat je wel een week van huis bent. Daar moeten jij en je naasten wel tegen kunnen. Bij NVO doen we het met z’n allen. Wat de een niet weet, weet een collega misschien wel. Voor mij is het glas nooit half leeg. Geen problemen, alleen maar uitdagingen!”